De volledige geschiedenis van de Bob Boon Singers
1963 – 1976: de periode met Bob
In 1963 begon Bob Boon – radiopresentator en medewerker aan jazzprogramma’s op de toenmalige BRT – op vraag van zijn ‘baas’ Paul Van Dessel, met een vocaal ensemble, een ‘koor voor lichte muziek’, als aanvulling op het bestaande symfonisch orkest met klassiek koor, het jazzorkest en het amusementsorkest o.l.v. Francis Bay. Hij had de uitdrukkelijke ambitie om liederen in diverse stijlen en talen te bewerken en met een eigentijdse sound en interpretatie in te kleuren. Het nieuwe koor werd in de wandelgangen al gauw de ‘singers van Bob’ genoemd, de Bob Boon Singers.
De singers, ontstaan als ‘vocale dimensie’ van het festival- en dansorkest van de BRT, en als tegenhanger van het “klassieke” BRT-koor met Karel Aerts en later met Vic Nees, legden zich toe op de lichtere, toen hoofdzakelijk Amerikaanse muziek. Sinds zijn jeugd was het de droom van Bob om het Nederlandstalige lied, meer specifiek het Vlaamse volkslied, te stimuleren. Hij heeft deze droom vooral in de beginjaren van de singers kunnen realiseren. De enorme respons die hij kreeg, bevestigde hem in zijn verwachtingen. De Bob Boon Singers, die de amusementsprogramma’s van de BRT zouden opluisteren, zijn slechts korte tijd een BRT-koor geweest. De groep ging al snel een eigen leven leiden. Ze kwamen voor de eerste keer echt als groep naar buiten op het ‘Noordzeefestival’ in Knokke-Heist; een zangwedstrijd voor alle landen rond de Noordzee. In de beginjaren traden zij geregeld op in tv-programma’s, maar niet met hun typische volksliedrepertoire. Men vreesde dat dit bij het brede publiek niet in de smaak zou vallen. Tot Bob, na wat discussie, in ‘Lied van mijn land’ met zijn singers het eigen repertoire mocht uitvoeren: ‘jazzy’ bewerkingen van volksmuziek, vergelijkbaar met wat professionele groepen in het buitenland deden: de King’s Singers, de Anita Kerr Singers, de Swingle Singers, e.a. In de beginperiode traden de singers vaak op als een soort backing vocals voor bekende artiesten (Bob Benny, Eva Maria, Jo Leemans, Rocco Granata, Lize Marke…). Ze zongen samen met bekende orkesten (François Glorieux, Francis Bay, e.a.) en werkten mee aan allerlei BRT-producties zoals musicals e.d. De tv-optredens brachten naambekendheid, en de concertaanvragen voor dit unieke, actieve en succesvolle amateurkoor stroomden binnen. Zij zongen toen ook internationaal, o.a. in 1972 bij de Olympische Spelen in München voor de atleten in het Olympisch dorp, als enige Vlaamse muzikale groep.
In 1973 namen ze in het Nederlandse Zwolle, als backing vocals voor België en Engeland, deel aan het Nord Ring Festival, een radio-tegenhanger van wat het Songfestival is voor de tv. In Oost Berlijn zongen ze voor de Oost-Duitse radio. Als volksmuziekkenner en -onderzoeker gaf Bob de Vlaamse volksliederen een jazzy-stijl mee, terwijl hij de anderstalige volksliederen in hun oorspronkelijke staat behield. Vreemde talen werden vakkundig ontleed en uitgesproken: de verstaanbaarheid van de tekst is – van in het begin – een van de sterke punten van het koor. Een ander sterk punt zijn de eigen bewerkingen (of bewerkingen specifiek voor dit koor geschreven) met veel solopartijen. De eerste bewerkingen kwamen van Roger Morès en van Bob zelf. Ook Nico Gomez, de Clouds e.a. bewerkten nummers voor de Bob Boon Singers. Sommige bewerkingen werden geschreven in opdracht van platenmaatschappijen.
Van 1964 dateert de eerste plaat, een BRT-plaat die echter nooit in de handel gekomen is: het was de bedoeling van de BRT om het eigen product (zij waren toen nog ‘een product’ van de BRT) bekend te maken bij zenders over de hele wereld. In 1965 kwam “Kyrieleys”, een plaat met Oudnederlandse kerstliederen op de markt, in 1968 “Volksliederen” en in 1972: ‘Singing around the world’, met volksliederen uit verschillende landen (Duitsland, Italië, USA, Zweden, Frankrijk, Nederland, …) Samen met zijn singers heeft Bob toen, als ‘Bobby Bean’, ook nog de “Bobby Bean sound en singers” opgenomen. Deze, vooral commerciële plaat, bracht bekende nummers, in een instrumentale versie en versterkt met de singers als ‘vocale instrumenten’. De concerten werden erg gevarieerd samengesteld: Vlaamse volksliederen in jazzy-stijl, anderstalige volksliederen in hun min of meer originele vorm, eenvoudige klassieke koormuziek (madrigalen, chansons e.d.) en lichte Amerikaanse koormuziek (negrospirituals, gospels, …)
De meeste nummers van deze volksconcerten werden begeleid door een combo (accordeon, viool, gitaar, slagwerk en bas). Dat zij zongen zonder partituren en met geluidsversterking maakte van de Bob Boon Singers een uniek fenomeen in de klassieke koorwereld van die tijd. Begin jaren ’70 werd het repertoire uitgebreid met een specifiek kerstconcert (a-cappella) en met een 11-juli-concert, met uiteraard vooral Vlaamse en Nederlandstalige liederen. Bob rekruteerde oorspronkelijk zangers bij familie en vrienden, en in de BRT-omgeving. Bij de eerste singers vinden we professionele zangers (o.a. Rita Deneve, Ray King, Maurice Dean, Jo Leemans, Jacques Raymond, Lize Marke,..), naast echte amateurs die goed van blad konden lezen of een goed muzikaal geheugen hadden. Al vrij vlug verdwenen de professionals uit het koor. Het bestond nu uit 15 enthousiaste amateurs. Bob, zelf een gedreven amateur, ondervond dat het koor op deze wijze niet enkel een bijzonder aantrekkelijk imago had, maar ook een degelijk muzikaal niveau. Mechelen, waar Bob woonde, was toen de thuishaven van de singers. De eerste jaren repeteerden zij in de school Den Ham te Mechelen, twee avonden per week. Na het overlijden van Bobs eerste vrouw, Mieke Van Steen, verhuisden de repetities naar de living bij Bob thuis, waar hij met piano of accordeon de moeilijkere zangpartijen ondersteunde.
1976: een intermezzo
In mei 1976 deelde Bob de singers mee dat zijn professionele bezigheden hem helaas niet meer toelieten nog actief met het koor te werken. Een eerste crisis diende zich aan. Tot dan was Bob niet alleen de dirigent geweest, maar ook manager, coördinator, secretaris, animator, …! Bob zou echter tot bij zijn overlijden betrokken blijven bij ‘zijn singers’. Hij was graag op de hoogte van wat de groep deed, en vond het belangrijk dat zijn inspiratie, zij het in een eigentijdsere vorm, behouden bleef. Hij intervenieerde echter niet in het (dagelijkse) beleid van de groep, maar vertrouwde op de dirigenten en op het bestuur. Zijn opvolger – Wilfried van Beveren, afgestudeerd aan het Lemmensinstituut en een half jaar eerder bij de singers gekomen – streefde oorspronkelijk hetzelfde doel na, maar legde toch meer de nadruk op koormatige elementen. Hij bracht nieuwe madrigalen aan in een frisse vorm, en heeft gewerkt aan de opname van een kerstplaat, die echter nooit is uitgegeven. Hierdoor was Wilfried zo teleurgesteld dat hij nog slechts met een kleinere bezetting (een vijftal) wilde doorgaan. Hij wou komen tot een nieuw soort King’s Singers; een kleine kern van semiprofessionele zangers. Aangezien dit niet echt in de lijn lag van het profiel van de Bob Boon Singers, besloot Wilfried de groep te verlaten na de reeks kerstconcerten 1977.
1978 – 1999: de periode met Jan Haspeslagh
Bob stelde voor dat Jan Gysel, met vijf jaar ervaring bij de singers, de groep onder zijn hoede zou nemen. Jan vond echter dat in het snel evoluerende koorlandschap van Vlaanderen een koor als de Bob Boon Singers zijn reputatie slechts hoog kon houden onder de leiding van een gedreven professionele musicus. Die vond hij in de persoon van Jan Haspeslagh, laureaat van het Lemmensinstituut. Deze zou dan de muzikale leiding op zich nemen, Jan Gysel de meer zakelijke, algemene leiding en de programmatie van de concerten. In het begin volgden de Jannen nog het concept van Bob. Maar gaandeweg werden de volksliederen minder jazzy gearrangeerd, en muzikaal aantrekkelijk gemaakt door er meer soli, duo’s of kwartetten in te verwerken. Ook evergreens en buitenlandse liederen werden op die leest geschoeid. Klassieke vocale muziek (madrigalen en chansons) bleef een vast onderdeel. De combo werd nu een trio: piano, contrabas en dwarsfluit. Geleidelijk aan evolueerde het profiel: de amusementsfactor ging een grotere rol spelen, het aandeel van de volksliederen verkleinde, en de ‘klassieke koormuziek’ verdween uit het ‘volksconcert’ – een breuk met het educatieve dat Bob steeds op het oog had. De singers werden meer en meer een stijlvol entertainment-koor. De combo werd vervangen door een keyboard- en synthesizerbegeleiding (Jan Coeck, later Karl Vanneste), er werd geëxperimenteerd met koorbewerkingen van populaire muziek, en de uiterlijke vormgeving . kreeg bijzondere aandacht: er werd geïnvesteerd in een aangepaste geluidsversterking, belichting, regie, uniformen, programmaboekjes, … In 1982 stelden de Bob Boon Singers ook een passieconcert samen met volksliederen rond lijden, dood en afscheid. In het begin a-cappella en erg ingetogen, ‘mooi’ en nogal klassiek. Stilaan evolueerde dit passieconcert naar lichtere muziek met negro-spirituals en gospels, met aandacht ook voor het aspect verrijzenis en hoop.
In de jaren ’90 kregen de kerst- en passieconcerten een meer populaire sound door het gebruik van synthesizer en keyboard. In de ‘In Concert’-programma’s verdween de Nederlandstalige volksmuziek, en vulden het populaire lied en ‘koor-covers’ van popsongs of luisterliederen het volledige programma. Enkel in de kerst- en passieconcerten bleven de Nederlandstalige volksliederen overeind. Rond de eeuwwisseling besloot men ook de vreemde volksliederen, die altijd al een plaats hadden gehad in alle programma’s, niet meer op te nemen in de ‘In Concert’-programma’s. In de periode “Haspeslagh” traden de singers op met vier programma’s: het ‘In Concert’-programma (het vroegere ‘volksconcert’), het kerst- en het passieconcert, en ‘Lied van mijn land’ (het 11-juli-concert). De bewerkingen waren hoofdzakelijk van Jan Haspeslagh zelf, van collega’s van Jan van het Lemmensinstituut, en van de begeleiders van de groep. Een zevental jaren repeteerde het koor ten huize Gysel, nadien een tijdje volgens een beurtrol bij verschillende groepsleden, tot uiteindelijk een zaaltje gehuurd werd in het Don Boscocentrum te Kessel-Lo (bij Leuven).
Begin jaren ‘80 was er een terugval van concerten. De reden was o.a. te zoeken in het wegvallen van de ‘gratis reclame’ door Bob op radio en tv, en vooral in een gevoelige vermindering van de subsidiemogelijkheden voor de organisatoren van de concerten. Ook bij de tv bleken culturele programma’s minder in trek. In 1984-85 nam Kor Hendrikx zakelijke leiding over van Jan Gysel. Om het subsidie-euvel te boven te komen startte hij onmiddellijk een promotiecampagne bij diverse socioculturele verenigingen (Davidsfonds, Landelijke Gilde, BGJG…) en tastte hij de subsidiëringskanalen van o.a. het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van het Davidsfonds af. Hij kon het Davidsfonds overhalen om samen met de groep een eerste kerst-cd uit te brengen (‘Schoner dan de dagen’), wat meteen resulteerde in een sterke toename van het aantal concerten. Door het uitbrengen van die kerst-cd werden de BBS immers gedurende twee jaar opgenomen in het voorkeursaanbod van het Davidsfonds, wat ongeveer tien extra concerten per jaar opleverde. De kerst-cd werd positief onthaald, en al vlug kwam de vraag om – opnieuw in Davidsfondsbeheer – een tweede (deze keer uitsluitend Nederlandstalige) kerst-cd op te nemen (‘Nu syt wellekome’).
In 1994 werd het voorzitterschap overgedragen aan Muriel De Ryck. Zij gaf de aanzet voor een opname – in eigen beheer – van verschillende cd’s. ‘Touched by’ is een verzameling van ‘the best of’ uit het rijk gevulde repertoire van het lichtere programma ‘Bob Boon Singers in Concert’. Drie jaar later verscheen de cd ‘Zoek Hem bij de doden niet’, een zeer intimistische verzameling passie- en paasliederen. De cd werd opgedragen aan Bob, die het jaar daarvoor plots overleden was. Het duo dirigent-voorzitter heeft al die tijd, samen met het bestuur, het profiel en de evolutie van de groep bepaald. Zij konden hierbij steeds rekenen op de groepsleden, die allemaal een deel van de verantwoordelijkheid en van het takenpakket op zich namen (belichting, geluidsinstallatie, podium, regie, publicaties, kopieën, archief, financies, kostumering, attributen, transport, enz….). Kortom een ‘samenwerkende vennootschap met democratische inslag’, met duidelijke afspraken, en engagement en inspraak van elk lid. Eind 1999 verliet Jan Haspeslagh “zijn singers”, na deze meer dan twintig jaar gedirigeerd te hebben.
Eind 1999 – ….: de periode na Jan Haspeslagh
Het zoeken naar een nieuwe dirigent, die aanvoelde wat de groep wou en nodig had, was echt niet gemakkelijk. Gedurende enkele jaren zong de groep mooie concerten onder leiding van Koenraad Hinnekint, maar uiteindelijk gingen beiden hun eigen weg. Na het vertrek van hun vaste toetsenman Karl Vanneste hebben zij samengewerkt met verschillende professionele en talentvolle begeleiders. Sinds 2002 hebben ze weer een vaste begeleider: Stan Driesen. Sinds 2004 zongen zij de kerstconcerten o.l.v. Mik Deboes, en ‘In concert/Vlaamse -programma’s’ o.l.v. Karen Haspeslagh, dochter van. Onder muzikale leiding van Mik Deboes brachten de singers in 2004 hun derde kerst-cd uit, ‘Licht’, een sfeervolle cd met kerstliederen, muzikaal sterker dan ooit. Door de veranderende subsidieregels, het verminderde engagement van mensen in het verenigingsleven, de strengere wetgeving voor verenigingen, … moesten de Bob Boon Singers zich herbronnen i.v.m. het opstarten van een VZW, het werken met wisselende dirigenten, beperktere maar meer variabele programma’s, … Het concept en de manier van werken kenden een voortdurende evolutie, rekening houdend met de heersende tijdsgeest, maar de kerngedachten bleven behouden: muzikaal entertainment brengen op een ontspannende en publieksvriendelijke manier, met een beperkte groep liefhebbers en ‘op-het-lijf-van-de-groep’ geschreven arrangementen met veel variatie in programma, muziekkeuze, uitvoering en regie. Hun programma VOLUIT (Verrassend, Origineel, Ludiek, Uniek, Interactief, Theatraal), dat begin jaren 2000 vorm kreeg, beantwoordt volledig aan deze doelstellingen.
Begin 2009 werd Guy Verfaillie hun nieuwe dirigent. Onder zijn leiding werken ze, naast het uitdiepen en verbeteren van de andere programma’s, een nieuw programma uit: ‘Gospels and more’, een ontroerend en ingetogen … maar ook hoopvol en pittig programma, met veel variatie in stijlen en bewerkingen. Helemaal in de traditie van de Bob Boon Singers.
2011 – ….: the ladies!
In 2011 maakten zij een radicale keuze om alleen met dames verder te gaan. 2011 gebruikten zij als sabbatjaar om deze nieuwe richting vorm te geven en een volledig nieuw en fris programma uit te werken. Dat dit een zeer goede keuze was, bewezen de succesvolle kerstconcerten op het einde van dat jaar. In 2012 werken ze dit concept dan ook verder uit en komen ze tot 2 programma’s. “Licht” is een programma met veel “Licht en sfeer” en een grote variatie aan liederen en regie. Deze concerten worden gebracht zonder versterking en maken maximaal gebruik van de mogelijkheden van de beschikbare ruimte. “Bob Boon Singers in concert” is een avondvullend programma, uitbundig en vrolijk, verrassend en boeiend, intiem en kwetsbaar, sterk en overtuigend … zoals dames zijn! Het concert wordt ondersteund door live muzikanten en een professionele geluidsversterking, in een decor van aangepaste belichting. Deze nieuwe Bob Boon Singers nemen u mee op de paden van het licht – klassiek vocale genre met een keuze aan liederen die fascineren door hun harmonieën, hun samenklank en hun melodieën. Ze worden gebracht door de voltallige groep maar evenzeer door soli, duetten, kwartetten … Van Gospels tot traditionals, van (actuele)popsongs tot evergreens, sfeerliederen, chansons, close harmony, klassiekers, maar ook hedendaagse muziek, … kortom een grote variatie aan liederen die de talenten van deze dames maximaal benutten, en soms speciaal voor hen geschreven zijn.
In 2013 bestaan de Bob Boon Singers 50 jaar … Jammer genoeg is hun verjaardag ook het einde van de groep.
De periode met de dames was leuk en aantrekkelijk en gaf een heel nieuwe wind aan de groep. De groep zocht steeds naar vernieuwing, zonder de traditie los te laten, en de muzikale inbreng van de Bob Boon Singers is door de jaren heen steeds heel sterk geëvolueerd. Inspelen op de huidige tendensen, op de mogelijkheden van de groep en op de interesses van het publiek, bleef hun belangrijkste drijfveer. De switch van de groep van een gemengd ensemble naar uitsluitend dames, met een volledig nieuw programma, dat vlot inzetbaar is en aantrekkelijk was, bracht ook nu elk publiek in vervoering én stil. De “ladies” brachten sfeer en bleven de waarden van de singers belichamen: het aanstekelijk enthousiasme van de zangers, hun eerlijke uitstraling en in de niet-koormatige uitvoering van de werken die ze brengen, boeiend voor zowel de gewone muziekliefhebber als de professionele muzikant. Uiteraard kon dit niet zonder professionele begeleiding en ondersteuning van hun dirigent en toetsenman.
Maar het grote engagement dat van de leden gevraagd werd en dat noodzakelijk is om deze gevarieerde concerten op een hoog niveau te blijven geven, was jammer genoeg niet meer haalbaar. Na jaren een vaste waarde te zijn geweest in muzikaal Vlaanderen, besluit de groep, midden 2013, om er definitief punt achter te zetten.
In 2014 hielden zij nog een reünie met alle ex-singers, ter afronding …